Loe Jonas ‘De verborgen collectie’
Loe Jonas, neef van de bekende Maastrichtse kunstenaar Henri Jonas, was oorspronkelijk bestemd om in de voetsporen van zijn bekende neef te treden.
Na 2 jaar Kunstnijverheidsschool in Maastricht gevolgd te hebben kon hij kiezen, eerst de opleiding afmaken of de dienstplicht vervullen in het toenmalige Indië. Hij koos voor het laatste.
Drie jaar Indië, als mitraillist in buitenpost Oost-Java, zette zijn leven op de kop. Hoewel hij zichzelf de gelegenheid schiep om veel tekeningen en foto’s te maken , was, terug in de geciviliseerde wereld, het acclimatiseringsproces moeilijk.
In 1952 besloot hij alsnog naar de Jan van Eijck academie te gaan, waarin hij in het tweede jaar moest kiezen tussen tekenen/schilderen of de monumentale opleiding. Hij koos voor het laatste en kreeg in het 4e jaar een opdracht om in het Missiehuis in Cadier en Keer 500 m2 glas in lood ramen te vervaardigen. Toen echter de ontkerkelijking op gang kwam en opdrachten wegbleven, ging hij het onderwijs in, eerst in Treebeek en later in Maastricht.
Telkens vormen poorten, deuren en doorgangen terugkerende elementen in zijn werk. Uitwegen, ontsnappingsmogelijkheden? Achteraf bezien vanuit zijn onderbewustzijn een overblijfsel uit zijn tijd in Indonesië.
De laatste twintig jaar van zijn leven schilderde hij grote formaten in olieverf of acryl, veelal zeer gedetailleerd. Thema’s zijn vaak ‘relaties’, het ‘paradijs’ of het ‘gesprek’. Figuren worden geplaatst in landschappen met architectonische elementen in een stijl die doet denken aan Dali of Gaudi.
Na 2 jaar Kunstnijverheidsschool in Maastricht gevolgd te hebben kon hij kiezen, eerst de opleiding afmaken of de dienstplicht vervullen in het toenmalige Indië. Hij koos voor het laatste.
Drie jaar Indië, als mitraillist in buitenpost Oost-Java, zette zijn leven op de kop. Hoewel hij zichzelf de gelegenheid schiep om veel tekeningen en foto’s te maken , was, terug in de geciviliseerde wereld, het acclimatiseringsproces moeilijk.
In 1952 besloot hij alsnog naar de Jan van Eijck academie te gaan, waarin hij in het tweede jaar moest kiezen tussen tekenen/schilderen of de monumentale opleiding. Hij koos voor het laatste en kreeg in het 4e jaar een opdracht om in het Missiehuis in Cadier en Keer 500 m2 glas in lood ramen te vervaardigen. Toen echter de ontkerkelijking op gang kwam en opdrachten wegbleven, ging hij het onderwijs in, eerst in Treebeek en later in Maastricht.
Telkens vormen poorten, deuren en doorgangen terugkerende elementen in zijn werk. Uitwegen, ontsnappingsmogelijkheden? Achteraf bezien vanuit zijn onderbewustzijn een overblijfsel uit zijn tijd in Indonesië.
De laatste twintig jaar van zijn leven schilderde hij grote formaten in olieverf of acryl, veelal zeer gedetailleerd. Thema’s zijn vaak ‘relaties’, het ‘paradijs’ of het ‘gesprek’. Figuren worden geplaatst in landschappen met architectonische elementen in een stijl die doet denken aan Dali of Gaudi.